Het ene paneel is het andere niet.
Zonnepanelen zijn er in diverse kleuren en s00rten. De meeste fabrikanten produceren kristallijne panelen. Deze panelen bestaan uit in serie geschakelde zonnecellen die worden vervaardigd uit zuiver silicium. Kristallijne panelen zijn verkrijgbaar in twee smaken, Poly- en Mono-kristallijn silicium. Het enige verschil is dat Mono-kristallijne panelen PER vierkante meter MEER vermogen leveren. Het fabrieks- of STC-rendement van kristallijne panelen ligt tussen de 12% en 18%.
Behalve kristallijne panelen zijn er ook steeds meer zogenaamde dunne-film panelen verkrijgbaar. Dat zijn panelen die als laminaat geproduceerd worden. Ze zijn meestal gemaakt van amorf silicium (a-Si) maar er zijn meer smaken zoals CdTe (Cadmium-Telluride) of CIGS (Copper-Indium-Gallium-Selenide). Het amorf zonnepaneel (a-Si) heeft een relatief laag rendement (6-8%). waardoor het paneel bijna 2x zo groot is als de monokristallijne variant.
Het STC rendement van zonnepanelen.
Hoe gek het ook mag klinken, het ‘fabrieksrendement’ van een zonnepaneel heeft geen invloed op de prestaties (lees: opbrengst). Dat komt omdat de prestatie van het zonnepaneel gerelateerd is aan het (piek)vermogen (Wp) onder STC condities. Deze ‘genormeerde opbrengst’ is de geleverde energie PER vermogenseenheid en wordt uitgedrukt in kWh/kWp of in Wh/Wp. Het fabrieksrendement daarentegen is niets anders dan het piekvermogen PER vierkante meter (Wp/m2). Een paneel met een fabrieksrendement van 6% en een oppervlakte van 2 vierkante meter heeft daardoor hetzelfde piekvermogen als een paneel van 12% en 1 m2. Wanneer deze panelen onder identieke omstandigheden gelijke opbrengsten hebben zijn de prestaties PER Wp dus gelijk.
Opbrengsten in de praktijk.
Kristallijn versus amorf.
Volgens de fabrikanten presteren amorf panelen in de praktijk op twee punten beduidend beter dan kristallijne panelen. Ze zijn minder gevoelig voor veranderingen in temperatuur EN het rendement is NIET afhankelijk van de instraling. Uit de specificaties van amorf panelen blijkt inderdaad dat de temperatuur-coefficient beduidend lager is dan van een kristallijn paneel. Dat is dus winst, want daardoor zullen de temperatuurverliezen lager uitvallen. Maar hoe zit het met de bewering dat het rendement ook bij weinig instraling gelijk blijft. Op dit punt valt er namelijk veel winst te behalen omdat het instraling verlies bij kristallijne panelen 7% bedraagt.
De prestaties van zonnepanelen.
Het rendement van het kristallijn zonnepaneel is in de praktijk niet constant maar afhankelijk van de mate van instraling OP het paneel EN de paneel-temperatuur. Een lagere instraling of een hogere paneeltemperatuur levert een lager rendement op en dus relatief minder vermogen en een lagere opbrengst. Bij wisselende weersomstandigheden treden er dus vermogens-verliezen (en dus opbrengstverliezen) op ten opzichte van fabriekscondities (STC). Deze verliezen bedragen voor mono- en polykristallijne panelen in Nederland ongeveer 11%. Maar hoe zit dat eigenlijk bij Amorf panelen.
Prijs prestatieverhouding
Amorf panelen zijn zo’n 20% goedkoper in de aanschaf dan kristallijne panelen. De prijs/prestatie per Wp is dus zeer concurrerend te noemen. Bedenk wel dat amorf panelen tweemaal meer ruimte in beslag nemen.
Fabeltjes over Amorf.
De fabrikanten van amorf panelen beweren dat hun panelen het beter doen onder omstandigheden met veel diffuus licht (bewolkte hemel). Dat is echter een beetje kort door de bocht omdat zonnepanelen geen onderscheid maken tussen diffuus en direct daglicht. Een paneel waarvan het rendement onafhankelijk is van de lichtintensiteit doet het dus ALTIJD beter dan een kristallijn paneel. Dus niet alleen als het bewolkt is.
Is dat fabeltje ook weer uit de wereld geholpen.
Monokristallijne zonnepanelen
Dit zijn de zwartere zonnepanelen die u misschien wel herkent (zie de afbeelding hieronder).
Een voorbeeld zijn de all-black zonnepanelen.
Installaties met deze zonnepanelen hebben per vierkante meter een relatief hoog rendement.
Monokristallijne zonnepanelen kunnen wel een rendement halen van 18% procent.
Het vermogens behoud is 92% na 10 jaar en na 25 jaar is dit nog 82%.
Een nadeel van deze installaties is dat, om deze hogere rendementen te halen, er een ander productieproces wordt gebruikt om de zonnecellen voor de zonnepanelen te produceren.
Hierdoor zijn de zonnepanelen duurder in aanschaf.
Polykristallijne zonnepanelen
Dit zijn de “blauwe” zonnepanelen die u misschien wel herkent (zie de afbeelding hieronder).
Het rendement van deze zonnepanelen is lager dan bij monokristallijne zonnepanelen.
Maar installaties die deze polykristallijne zonnepanelen gebruiken zijn ook lager in aanschaf.
Dit heeft dus alles te maken met het productieproces.
Polykristallijne zonnepanelen hebben over het algemeen een lager rendement dan de monokristallijne zonnepanelen.
Meestal is het rendement van deze zonnepanelen zo rond de 15%.
Het vermogensbehoud is ook iets lager.
Zo is het vermogensbehoud bij deze installaties na 10 jaar nog 90 % en na 25 jaar nog 80%.
CdTe (Cadmium-Telluride) of CIGS (Copper-Indium-Gallium-Selenide) panelen
CdTe of CIGS zonnepanelen zijn minder dik dan reguliere panelen en hebben een zeer fraai uiterlijk door het ontbreken van een aluminiumrand en een duidelijk blokjesmotief op het paneel.
Door het gladde oppervlak hebben dunne film zonnepanelen ook minder last van vuilaanhechting.
Hiermee kunt u gebruik maken van de energie die de zon ons geeft, zonder concessies te doen aan de uitstraling van uw woning of bedrijfspand.
CdTe of CIGS is goedkoper in aanschaf
CdTe of CIGS zonnepanelen kenmerken zich door hun fraaie uiterlijk en uitstekende prijs-prestatie verhouding.
Ook onder minder ideale omstandigheden kunnen deze panelen, in tegenstelling tot de bekende kristallijne panelen, goede rendementen leveren.
De zonnepanelen van dunne film zijn daarnaast goedkoper in aanschaf en verdienen zich eerder terug.
CdTe of CICG voor serre of veranda
Overweegt u een veranda of serre te bouwen? Dunne film kan een uitkomst bieden
Bijvoorbeeld Calyxo panelen CdTE/CdS (Cadminum Sulfide)
Dunne film voor platte daken
CIS zonnepanelen zijn efficiënter dan kristallijne panelen bij langere golflengtes
Wat betekent dit in de praktijk?
Dat laat zich het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Laat ons uitgaan van twee installaties van elk 4.080 Wp:
- één met 24x Solar Frontier SF-170-S. De oppervlakte van een zonnepaneel Solar Frontier is ca. 1,23 m².
- één met 17x poly-panelen van 240 Wp. De oppervlakte van een poly paneel is ca. 1,64 m².
Situatie 1: pal ZUID, 35 ° hellingshoek:
- Solar Frontier 170 Wp: opbrengst: 4.018,8 kWh per jaar -> 985 kWh/kWp
- Poly 240 Wp: opbrengst: 3.733,2 kWh per jaar -> 915 kWh/kWp
Situatie 2: pal OOST, 35 ° hellingshoek:
- Solar Frontier: verlies t.o.v. ‘zuid’ ca. 10% => opbrengst 3.617 kWh per jaar
- Poly paneel: verlies t.o.v. ‘zuid’ ca. 20% => opbrengst 2.987 kWh per jaar
VERSCHIL = 630 kWh in het voordeel van Solar Frontier
Indien we deze situatie voor 20 jaar berekenen, betekent dit een verschil van 12.600 kWh in het voordeel van Solar Frontier! De ongeëvenaarde esthetiek krijgt men er gratis bij.
Tot besluit:
De Standaard Test Condities wekken de indruk dat CIS panelen minder opwekken maar houdt enkel rekening met de eigenschappen onder extreem hoge instraling. Omdat de verhouding tussen direct en indirect zonlicht in de Benelux duidelijk overhelt naar méér indirect dan direct zonlicht, is de te verwachten opbrengst van CIS zonnepanelen 7 tot 15% hoger dan die van klassieke polykristallijne zonnepanelen.
Welke te kiezen?
De keuze van het soort paneel verschilt per situatie en is afhankelijk van meerdere factoren.
Hoeveel zonnepanelen kunt u kwijt?
Hoe belangrijk vind u het aanzicht van de zonnepanelen?
Hoe hoog vermogen wilt u halen uit installatie?
Hoeveel wilt u besparen u uw energierekening?
Zo zullen er misschien nog wel meer vragen zijn waar u graag antwoord op moet/wilt hebben.
Er zijn zo veel verschillende soorten installaties mogelijk.
Laat u dus eerst goed informeren voordat u uiteindelijk een keuze maakt voor een zonnepaneel.